
Der Steppenwolf - Hermann Hesse (1928)
Alternatieve titels: De Steppewolf | Tractat vom Steppenwolf
Duits
Psychologisch / Autobiografisch
289 pagina's
Eerste druk: S. Fischer,
Berlijn (Duitsland)
Dit boek is een raamvertelling en bevat de notities van Harry Haller, de hoofdpersoon met dezelfde initialen als de schrijver. Harry Haller voelt een schizofrenie in zichzelf. Naast mens is hij de steppenwolf. Als mens is hij journalist en kritisch op de ontwikkelingen in het Duitsland voor de Tweede Wereldoorlog. Na allerhande vreemde en sprookjesachtige gebeurtenissen komt de Steppenwolf erachter dat hij geen duaal wezen is, maar een wezen, zoals ieder, met honderden karakters en personen in zich.
- nummer 82 in de top 250



Ik weet niet wat de bedoeling van Hesse was met dit boek, ik hoop dat het niet de bedoeling was om aan niet-steppewolven de Steppewolf te verheerlijken. Moge dit boek bedoeld zijn als waarschuwing aan een maatschappij die tegenwoordig alsmaar meer Steppewolven creeert.



Bij Bol zijn verschillende uitgaven van De Steppewolf dus dat moet het in het Nederlands zijn.
Het heeft denk ik met de vertaling vanuit het Duits te maken. Zelf heb ik het eerder dus verkeerd gespeld

Prachtig boek overigens!
Het einde was nogal vaag naar mijn smaak.
Dit vormt zowat een synthese van mijn mening over dit boek. Zeer leuk om te lezen, maar het eind is me net iets te ontspoord. Niet dat dit ook maar een gram opweegt tegen het leesplezier dat ik bij dit boek heb ondervonden. 4*
Dat van het zogenaamde 'vage' einde snap ik al helemaal niet, ik vind het einde juist een heel helder en puur stuk. Het is voor mij kristalhelder wat er gebeurt alleen is mijn vraag of deze uiteindelijke genzezing waarheidsgetrouw is en in hoe verre de auteur Hermann Hesse, hier zijn eigen ervaringen heeft ingebracht. Is de genezing werkelijk mogelijk.
Volledige genezing zou ik niet zeggen, zijn eigen 'zijn' , wat de werkelijke ziekte is, zal nooit volledig verdreven worden. Want op sommige momenten zal de steppenwolf weer naar boven komen, het heft in handen nemen en uiteindelijk zijn tanden tonen.
De ziekte zie ik eerder als een verslaving die zo onmogelijk lijkt te overwinnen en zo zal de wolf er voor zorgen dat de drug van zichzelf zijn en de innerlijke strijd onweerstaanbaar blijft.
Ik vind het ook een heel verkeerde opvatting van Hesse. Wanneer je het leest op je 50ste ben je misschien al een geval zoals de Steppenwolf, dan is het te laat om er iets aan te doen. Daarom vind ik het handig als je dit vroeg leest, eigenlijk zou ik bij genre er ook ideeenliteratuur aan toevoegen.
Ik weet niet wat de bedoeling van Hesse was met dit boek, ik hoop dat het niet de bedoeling was om aan niet-steppewolven de Steppewolf te verheerlijken. Moge dit boek bedoeld zijn als waarschuwing aan een maatschappij die tegenwoordig alsmaar meer Steppewolven creeert.
Ik wil graag reageren op uw toch arrogante opmerking over ' de bedoelingen' en 'de doelen' van dit boek. Een waarschuwing tegenover de maatschappij voor steppewolven. Dat het de maatschappij is die steppewolven creërt is fout. Steppewolf ben je van je geboorte aan tot aan je dood het is een 'ziekte' zoals men zegt waaraan je voor altijd gebonden bent. De samenleving zorgt slechts voor het uitkomen en accentueren van die ziekte. Zonder de samenleving zouden er wel steppewolven bestaan alleen zouden de personen die zo zijn het zelf allereerst nooit beseffen en zou niemand hen opmerken, want de maatschappij is onbestaande en zelf met een maatschappij zijn de gewone burgers en bourgeois niet bezig met steppewolven. Alhoewel er mensen zijn die zich bezighouden met de psyche van de mens bestuderen, genaamd psychologen, hebben zij er voor geen grijntje rekening mee gehouden dat steppewolven uiterst goed kunnen acteren om toch maar te doen alsof ze in de samenleving thuis horen. In deze situatie waar psychologen aan te pas komen is er dus ook sprake van de maatschappij en dus ook besef van de steppewolf zelf van het 'anders zijn' of steppewolf wezen. De samenleving is degene die steppewolven groots maakt maar ook degene die hem kapot maakt en is hier in geen gevaar. Want ik zie, voor hoe ver ik weet, totaal geen verandering in het aantal steppewolven. De aantallen zijn klein en dat zal altijd zo blijven. De enige reden daarvoor is omdat ik weet dat steppewolven individualisten zijn, zich nooit zullen groeperen omdat ze net voor de eenzaamheid geboren zijn en een groepering hen niet van hun 'ziekte', hun ziekte van eenzaamheid en treur zal af helpen. Neen, integendeel, de teleurstelling van hun eeuwige alleen zijn en nooit een kans hebben op een normaal gelukkig leven zal hen nog meer afzonderen.
Ik heb tijdens het lezen van dit boek namelijk nooit over ziekte en genezing gedacht. Hermann Hesse beschrijft in 'der Steppenwolf' een man, Harry Haller, die in zijn eigen persoonlijkheid een 'steppewolf' denkt te zien. Zijn persoon zou bestaan uit het gevecht tussen zijn menselijke en zijn dierlijke helft. In mijn persoonlijke leeservaring kan dit steppenwolf deel gelijk worden gezet aan de angst en de onzekerheid, misschien wel de schaamte, van Harry Haller. Gevoelens dus die we allemaal kennen en niks met ziekte te maken hebben.
Het vervolg van het boek gaat er dan om hoe hij door zijn ontmoeting met Hermine deze onzekerheden stap voor stap overwint, totdat hij uiteindelijk in het magische theater zijn onzekerheden heeft overwonnen en helemaal zichzelf durft te zijn.
Het interessante van dit boek zit hem in het karakter Hermine, want de lezer zal zich altijd blijven afvragen of zij nou echt heeft bestaan of een gedachtespinsel van Harry is, waarbij ik meer naar de tweede optie geneigd ben. Maar doordat Hesse hiermee speelt, krijgt het boek een extra laag en is het verhaal op twee manieren te lezen.
Een boeiend boek!
Desondanks een dikke 4,5. Wat een groot schrijver is Hesse geweest.
Ellenlange depressieve gedachtes waarbij het omslachtige taalgebruik me irriteert. Ongetwijfeld een goed boek, maar niks voor mij.

Hermann Hesse blijkt me duidelijk te liggen. De Steppewolf is een indrukwekkende roman, waarin Hesse van stijl verandert alsof ie voor de spiegel verschillende sjaals uitprobeert, echter zonder dat het ook maar ergens geforceerd gaat voelen. Het hoofdpersonage, Harry Haller (en dat hij zijn initialen met de auteur deelt, is vast geen toeval), beschouwt zichzelf als deels mens, deels steppewolf, en hij worstelt zowel op romantisch, geestelijk als filosofisch vlak met zijn eigen identiteit. In de loop der jaren heeft hij verscheidene patronen uitgezet die hij volgt naargelang zijn gemoedstoestand, maar op een dag ontmoet hij Hermine, die alles verandert. Zij is zo verschillend van hem, maar toch ook weer hetzelfde.
De grote kracht van deze roman schuilt volgens mij in de universele waarheid die Hesse uitdraagt, iets wat hij zijn hoofdpersonage langzaam doet beseffen. De verschillende stijlen en invalshoeken die Hesse hanteert, fungeren als camera's, telescopen waardoor Harry het leven waarneemt. De waanzin is nooit veraf, maar komt de lezer tegemoet in gradaties, en bereikt z'n culminatiepunt in het laatste deel in het magische theater van Pablo, oftewel Harry's tegenbeeld; de hallucinogene avonturen die Harry daarin meemaakt, leiden uiteindelijk tot de slotsom: Harry moet leren léven, leren dúrven, leren geniéten.
Dit is natuurlijk maar mijn mening, en zo zullen er nog duizenden andere meningen bestaan over dit boek. Hesse laat namelijk veel ruimte voor interpretatie, geeft stof tot nadenken tot in de late uurtjes. Dat vind ik vaak aantrekkelijk in een roman.
4,5 sterren; ik ben benieuwd naar Narziss en Goldmund!
Aan kracht heeft het bij herlezing gelukkig weinig ingeboet. Ja, de stijl van Hesse wekt regelmatig wrevel; te schools, te theoretisch, de thematiek teveel uitgespeeld. Het traktaat-gedeelte vind ik dan ook het zwakste gedeelte. Het meest intrigerend, en stilistisch meest boeiend vond ik de laatste kwart van de roman, het magische theater. De dik aangezette symboliek vliegt je weliswaar om de oren, maar in fantasierijkheid en levendigheid overtreft het al het voorgaande. Met recht geestverruimend. Het is op basis van deze passage niet moeilijk te zien waarom Hesse door jongeren in de jaren 60 op handen werd gedragen. De zwaarmoedigheid van de roman wordt mooi in balans gehouden door hoop. Het is begrijpelijk (zij het afkeurenswaardig) dat Hesse in een nawoord nog eens de positieve kant van het verhaal benadrukt.
Wat mij het meest opviel is hoe vlot de schrijfstijl wisselt, zoals anderen hierboven ook al hebben vermeld. In het begin was ik bang dat het een wat zeurderig portret zou worden van een eenzame/ongelukkige man. Het traktaat (in mijn uitgave ook nog eens afgedrukt in een onuitstaanbaar klein lettertype) maakte het er op dat moment nog niet veel aantrekkelijker op. Vanaf de ontmoeting met Hermine begint het allemaal te lopen, maar ook dan wisselen tragere reflecties en vlotte en beeldende scènes zich af. De laatste verbeelding van het theater werkt goed: Hermine werkt goed als levend personage, maar ook als verbeelding van Harry's eigen overdenkingen.
Voor mij was het vooral een wat melancholische roman, over een vertwijfeld personage dat reflecteert op 'gemiste kansen' in het actieve leven door gebrek aan zelfvertrouwen en een al te sterke gerichtheid op een contemplatief leven. Hesse heeft dit naar mijn smaak vrij aardig en compact weten te verbeelden, hoewel enkele stukken ook wat overdreven zwaarmoedig voorkomen.
Hij is een wereldvreemde kunstenaar, de laatste dichter in een wereld waar enkel geld en sociale status tellen. Tegelijk is hij een gewelddadige zatlap met trekjes van een massamoordenaar of een lone wolf. Moderne psychiaters zouden hem misschien schizotypisch noemen. Z’n hallucinaties kunnen een gevolg zijn van drank en drugs. Politiek heeft hij een uitgesproken visie. Hij voorspelt dat er een nieuwe oorlog komt, maar dat de meeste Duitsers het niet willen zien.
De steppewolf wordt afwisselend in de ik- en de hij-vorm behandeld. Zeer surrealistisch is de scène waarin iemand hem een traktaat geeft dat over hemzelf blijkt te gaan. Ondanks de verschillende omgeving kent het verloop dezelfde driedeling als Siddhartha: eenzame afzondering, omgang met een prostituee en extase. Hermine is z’n laatste poging om contact te leggen met de buitenwereld. Zijn delirium lijkt op de ervaring van een stervende die z’n leven aan zich voorbij ziet flitsen. Hesse beschreef als geen ander hoe een individu kan vervreemden van de maatschappij, zonder dat hij er ooit helemaal van los kan komen.
Hij leefde erg op zichzelf, en als onze slaapkamers niet naast elkaar hadden gelegen... Deze zin deed me denken aan een zin uit een ander boek, An Angel at my Table van Janet Frame, een zin die ik altijd heb onthouden omdat die eveneens volledig op mijzelf slaat: 'Tante Ivy zegt dat je een alleraardigst meisje bent', zei moeder trots. 'Ze zegt dat ze helemaal geen last van je heeft, dat ze nauwelijks merkt dat je er woont.'
Het wemelt in de literatuur van de steppewolven én wolvinnen natuurlijk, en onder de lezers van die boeken ongetwijfeld ook, soort zoekt soort zeg maar. Schizotypisch, wat manonvandebron hier al te berde brengt, is denk ik wel het juiste etiket hiervoor. Ik ben zelf ook behept met zogeheten schizotypische én ontwijkende persoonlijkheidstrekken, althans die term keert regelmatig terug in mijn GGZ-dossier, dat inmiddels zo dik is dat er binnenkort een heus naslagwerk van verschijnt.
Toch een mooi, bijzonder boek van Hesse, alsof hij je een spiegel voorhoudt waarin je net iets fraaier uitkomt dan je jezelf in werkelijkheid ziet. Maar ik ben het ook wel eens met oup dat het allemaal wat minder wordt zodra Hermine haar intrede doet, hoewel zij maar een gedachtespinsel is.
Dat van die vele duizenden -ikken vond ik wel interessant, want de mens is nogal geneigd zich in slechts twee tegenpolen te splitsen, ik wel tenminste. Ik beschouw dit boek als iets humaans, omdat Hesse de verloren ziel op een of andere manier op een voetstuk zet, wat hij ook al deed met de flierefluiter Knulp. Is geheel mijn eigen interpretatie uiteraard.
Connie Palmen zei daarover ooit dat dat complete onzin is, volgens haar kan iemand die niet van zichzelf houdt best van een ander houden. In De Wetten schreef ze:
Welke achterlijke idioot heeft het in de hersens van mensen zitten stampen dat ze eerst van zichzelf moeten houden voordat ze iemand anders kunnen liefhebben? Het is de meest belachelijke, de meest domme, de meest wrede wet ever. Het is rabiate nonsens. Je moet van iemand anders houden en iemand anders moet van jou houden, dat moet je ook niet nog eens zelf hoeven te doen, dat is onmogelijk. Wie houdt er nu van zichzelf zonder door een ander bemind te worden? Niemand toch? Ja, een handvol monomane gekken met negen assertiviteitstrainingen achter de rug.
Ik ben het geloof ik wel met Palmen eens. En 'van jezelf houden', hoe definieer je dat? Valt zoiets te definieren? Betekent het 'gelukkig zijn'? Dus iemand die ongelukkig is niet in staat een ander lief te hebben? Ik vind dat hoogst eigenaardig.

Nee, ik kan me wel vinden in wat deze meneer zoal zegt, onder het kopje ...als uzelf.
Herman Hesse bouwt rond dat concept een bevreemdende roman, die gekunsteld ineen steekt. De proloog introduceert het verhaal op spannende wijze, maar staat eigenlijk haaks op wat volgt. Finaal trekt de auteur ineens de kaart van een doorgedreven magisch-realistisch discours, met even ontregelend als geestig effect, maar hoe verhoudt zich dit tot wat vooraf gaat? Onderweg sprokkelt Hesse immers enkele politieke, ideologische en filosofische mijmeringen bij elkaar, die - hoe visionair ook met betrekking tot het oprukkende nazisme - nimmer tot een coherent geheel worden gesmeed. Bijgevolg leest ‘De Steppewolf’ als ambitieus geneuzel – opgebouwd uit goede ideeën, die helaas te academisch naast elkaar worden geplaatst, zonder elkaar werkelijk te bestuiven…
2,75*