Wat opmerkelijk dat dit boek van Bart Moeyaert zo veel gelezen is. Het is, voor zover ik weet, niet bekroond of zo, dus ik zou die aandacht hier niet echt kunnen verklaren. Zou het zijn omdat het de eerste roman na het succesvolle ‘
Broere’ is? Misschien is dit boek dan een gevalletje van wat in de popmuziek vaak het “second album syndrome” wordt genoemd: na een succesvol album mag de opvolger niet onderdoen.
Het lage stemgemiddelde (waarmee dit boek zelfs -volkomen onterecht- in de flop 100 terecht is gekomen) kan ik mij ergens wel voorstellen: het zal voor veel lezers allicht een style over substance-werkje zijn. Ik ben zelf wel een liefhebber van Moeyaerts filmische manier van schrijven en de manier waarop hij zijn thematiek heel impliciet aansnijdt. Dit boek vind ik niet Moeyaerts beste werk, maar ik heb de beste man tot nu toe nooit op een vervelend boek kunnen betrappen. Al zijn boeken baden in een enorm dromerige sfeer die vaak een beetje schril contrasteert met verontrustende ondertonen: ook in dit boek hangt er van alles in de lucht, waar het meeste ook blijft hangen.
Maar toch gaat het wel degelijk ergens over. Voor mij problematiseert Moeyaert in dit boek de heersende traditionele gendernormen. Zowel Bing als Dani Bennoni passen niet perfect binnen de traditionele normen die bij 'mannelijkheid' worden geassocieerd. Bing, die volgens zijn omgeving ‘vrouwelijk’ is (al wordt dat volgens mij nergens expliciet gezegd), wil graag leren voetballen voor zijn broer. Dani Bennoni wordt dan wel weer als 'mannelijk' beschouwd, maar hij vindt het weer prettig om bij het douchen door Bing bekeken te worden.
Alle personages worden door hun omgeving in bepaalde hokjes geduwd, maar verzetten zich tegelijkertijd hiertegen. Het gaat hier vooral om Bing en Dani, maar hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor Martha.
Doorheen het boek problematiseert Moeyaert dus deze verhoudingen. Hij lost verder niets op, hij ontregelt eigenlijk alleen. Ik denk dat het gebrek aan oplossingen en antwoorden voor velen een probleem zal zijn, maar volgens mij zegt juist dat gebrek veel over wat Moeyaert met dit boek wil.
(Overigens schreef Sandra van der Leeuw in het -inmiddels ter ziele gegane- jeugd(?)literaire tijdschrift
Literatuur zonder leeftijd een best interessant artikel over heteronormativiteit in dit boek:
Die jongen is gewoon een voetballer. Voor de liefhebber, zal ik maar zeggen.)
Verder heeft dit boek wat mij betreft ook enorm veel sfeer. Moeyaert schrijfstijl vind ik gewoon een genot om te lezen. In dit boek buit hij het ‘show don’t tell’-principe geweldig uit, met name in de confrontatie tussen Martha en Dani.
’Dani en zijn vader,’ zegt Martha. Ze trekt haar mondhoeken op. Haar bovenlip blijft aan haar tand plakken. Ze kijkt naar rechts, waar Lenny staat, ze kijkt naar links, waar ik sta, en knikt over haar schouder, naar Anneka en Theresa. Ze verdeelt het speeksel in haar mond en legt de woorden die ze gaat uitspreken klaar op haar tong.
en even later
De spieren in Dani’s gezicht trekken. Hij blaast zijn wangen bol, tuit zijn lippen, maakt diepe rimpels in zijn voorhoofd. Hij kijkt onder zijn wenkbrauwen door in de richting van de schuur, of zijn vader raad weet met de meisjes, maar meer dan wat gemompel komt er niet vanachter zijn vaders tanden.
Die spanning die er hangt is echt typisch Moeyaert.
Het blijft toch wel een unieke auteur.