NL8101875A - Afstandsmeetinrichting. - Google Patents
Afstandsmeetinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8101875A NL8101875A NL8101875A NL8101875A NL8101875A NL 8101875 A NL8101875 A NL 8101875A NL 8101875 A NL8101875 A NL 8101875A NL 8101875 A NL8101875 A NL 8101875A NL 8101875 A NL8101875 A NL 8101875A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rotary potentiometer
- collets
- control disc
- disc
- collet
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01D—MEASURING NOT SPECIALLY ADAPTED FOR A SPECIFIC VARIABLE; ARRANGEMENTS FOR MEASURING TWO OR MORE VARIABLES NOT COVERED IN A SINGLE OTHER SUBCLASS; TARIFF METERING APPARATUS; MEASURING OR TESTING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- G01D5/00—Mechanical means for transferring the output of a sensing member; Means for converting the output of a sensing member to another variable where the form or nature of the sensing member does not constrain the means for converting; Transducers not specially adapted for a specific variable
- G01D5/12—Mechanical means for transferring the output of a sensing member; Means for converting the output of a sensing member to another variable where the form or nature of the sensing member does not constrain the means for converting; Transducers not specially adapted for a specific variable using electric or magnetic means
- G01D5/14—Mechanical means for transferring the output of a sensing member; Means for converting the output of a sensing member to another variable where the form or nature of the sensing member does not constrain the means for converting; Transducers not specially adapted for a specific variable using electric or magnetic means influencing the magnitude of a current or voltage
- G01D5/16—Mechanical means for transferring the output of a sensing member; Means for converting the output of a sensing member to another variable where the form or nature of the sensing member does not constrain the means for converting; Transducers not specially adapted for a specific variable using electric or magnetic means influencing the magnitude of a current or voltage by varying resistance
- G01D5/165—Mechanical means for transferring the output of a sensing member; Means for converting the output of a sensing member to another variable where the form or nature of the sensing member does not constrain the means for converting; Transducers not specially adapted for a specific variable using electric or magnetic means influencing the magnitude of a current or voltage by varying resistance by relative movement of a point of contact or actuation and a resistive track
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T74/00—Machine element or mechanism
- Y10T74/18—Mechanical movements
- Y10T74/18568—Reciprocating or oscillating to or from alternating rotary
- Y10T74/18832—Reciprocating or oscillating to or from alternating rotary including flexible drive connector [e.g., belt, chain, strand, etc.]
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
- Transmission Devices (AREA)
- Transmission And Conversion Of Sensor Element Output (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
- Control Of Position Or Direction (AREA)
Description
t * ♦ VO 1771 φ
Afstandsmeetinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een afstandsmeet-inrichting voor het besturen van werkingsverlopen van een spuitgietma-chine door het meten van de onderlinge beweging tussen functionele bouw-groepen met behulp van een de stuurimpulsen leverende draaipotentiometer 5 met een cirkelvormige, homogene veerstandslaag en een op de laag glijdende sleper, waarvan de aandrijfas kan worden gekoppeld en een getande stuurschijf, die in afhankelijkheid van de onderlinge beweging kan worden aangedreven door een daarmee ineengrijpend en aan de andere bouw-groep verankerd, buigzaam, op trek belast aandrijf element.
10 Bij een békende inrichting van deze soort (Nederlandse octrooiaanvrage 7905998) wordt de lengtebeweging. van de schroef van een spuitgietaenheid door een riem, die door de schroefaandrijving wordt meegenomen, overgedragen op de draaipotentiometer, waarvan het huis onbeweeglijk is gecentreerd aan de bijbehorende bouwgroep van de spuitgiet-15 eenheid. De ervaring met dergelijke gecentreerde draaipotentiometers komt erop neer, dat hun levensduur en de nauwkeurigheid van hun metingen niet volledig overeenkomt met de theoretische verwachtingen.
Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag om de inrichting zodanig verder te ontwikkelen, dat de gewoonlijk bij langere 20 gebruikstijd optredende slijtageverschijnselen in aanzienlijke mate zijn beperkt.
Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost, dat de via een draaibare verbinding (57» 112f) ten opzichte van de bouwgroep (I of II) in draaiend gegrendelde draaipotentiometer (120) vrij 25 wordt gedragen door de aandrijfas (127).
In onderzoekingen is vastgesteld, dat de levensduur van een onderhavige draaipotentiometer in aanzienlijke mate, d.w.z. met een aantal miljoenen werkingen, kan worden verlengd.
Bij de onderhavige uitvoering kan de draaipotentiometer 30 met zijn huis enigermate slingeren rond de aandrijfas van zijn sleper. Hierdoor worden de zeer gevoelige kogellegers van de aandrijfas van de potentiometersleper onderworpen aan aanzienlijk kleinere belastingen dan bij een starre uitvoering.
Verdere uitvoeringen van de uitvinding blijken uit de 8101875 * 2 volgconclusies.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:
Figuur 1 een zijaanzicht is van een gedeelte van de 5 spuitgieteenheid van een spuitgietmachine met zijdelings aangehrachte inrichting hij afgenomen heschermingsschaalkap; figuur 2 een hovenaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van de uitvoering volgens figuur 1; figuur 3 een aanzicht is, gedeeltelijk in horizontale 10 doorsnede van de, de draaipotentiometer en de stuurschijf bevattende bouvgroep van de inrichting; figuur k een aanzicht is,· gedeeltelijk in horizontale doorsnede van de spanschijf van de uitvoering volgens figuur 3» figuur 5 een aan figuur «gelijk aanzicht is van de 15 stuurschijf van de uitvoering volgens figuur 3; figuur 6 een horizontale doorsnede is van de leger-flens van de uitvoering volgens figuur 3; figuur T een aanzicht is van de legerflens volgens figuur 6 uit de richting A in figuur 3; 20 figuur 8 een aanzicht is uit de richting B van de span schijf van de uitvoering volgens figuur 3; figuur 9 een aanzicht is van de stuurschijf van de uit-·''·" ‘voering volgens figuur 3 met ingezette spantang uit de richting B in figuur 3; en 25 figuur 10 de legerflens volgens figuur 7 toont uit de richting B in figuur 3·
De inrichting is verwezenlijkt aan een spuitgieteenheid van een spuitgietmachine, zoals deze bijvoorbeeld is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 3 833 20U. Hierbij gaat het in het 30 concrete geval over de besturing van de onderlinge beweging tussen het , de plast if iceercilinder dragende draaglichaam 11 (bouwgroep i) en het de transportschroef dragende aandrijfhuis 1¼ (bouwgroep II) van een spuit gi etmachine. Door de onderlinge beweging tussen het aandrijfhuis van de transport schroef (bouwgroep 3Γ) en het draaglichaam voor de plas-35 tif iceercilinder (bouwgroep I ) wordt de inspuit slag gestuurd. De functionele bouwgroep I omvat het langs hoofdbalken 16 geleide draaglichaam 81 01 875
* / «I
* 3 11 voor de plastif ïceereilinder. De rechtlijnig geleide bouwgroep II omvat het aandrijfhuis 1¾ voor de transportschroef. Bij een onderlinge beweging tussen de bouwgroepen I en II wordt de transportschroef ten opzichte van de plastifieeercilinder bewogen en daardoor het daar 5 aanwezige plastische kunststofmateriaal in de gietvorm gespoten. Het draaglichaam 11 is voorzien van een steunvoet 17 voor de korrelhouder.
Het hydraulische stelsel van het met deksels 13» 15 af gedekte aandrijfhuis 1¾ omvat de hoofdbalken 16 omsluitende hulzen 12, die aan het draaglichaam 11 zijn geflensd. De hulzen reiken in het aandrijfhuis 1U 10 naar binnen en dragen daar de zuiger van de hydraulische aandrijf cilinder. Aan de tijdens de inspuitslag stilstaande bouwgroep I is de stuurschijf 125 aangebracht met de draaipotentiometer 120. Een zijdelingse uitvor-ming van het draaglichaam 11 vormt een potvormig huis 11a voor het opnemen van de draaipotentiometer. Aan de buitenkanten van dit potvormige 15 huis 11a is door middel van bevestigingsschroeven 36 een beschermings-sehaal 118 bevestigd, die zich uitstrekt ever de gebieden van de twee bouwgroepen I en II, die zich. op onderlinge afstand bevinden. De bodem 18 van de van een omgezette rand 18a voorziene heschermingsschaal 118 draagt ook het leger voor de keerrol 69, die zich op afstand bevindt 20 van de stuurschijf 125.
De heschermingsschaal 118 omsluit de stuurschijf 125, het slot van de tandriem 23 zonder einde, de keerrol 69 en de tand-riem 28. De draaipotentiometer 120 heeft een op een cirkelboog van minder dan 360° liggende, vaste, homogene weerstands laag. Op deze veer-25 standslaag glijdt de potentiometersleper.
De draaipotentiometer levert na het draaien van de stuurschijf 125 en zodoende de sleper over een vooraf bepaalde hoek, bij een met deze hoek overeenkomende elektrische weerstand van de weerstands laag, een stuurimpuls. De stuurimpuls schakelt de voor de onderlin-30 ge beweging tussen de bouwgroepen I, II verantwoordelijke stroomkring uit, bijvoorbeeld de stroomkring van de het hydraulische stelsel met drukmedium verzorgende pomp. Met de getande stuurschijf is een bij aandrijving van de stuurschijf in heide richtingen uitsluitend op trek belaste tandriem zonder einde in aangrijping (vergelijk hiervoor het Duitse 35 "Auslegeschrift" 20 lU 538). De keerrol 69 van de tandriem 28 zonder einde ia tevens spanrol voor de tandriem, die in een uitsparing van de 81 01 875 * -ψ * k beschermingsschaal verstelbaar is en door middel van spanschroeven 31 in de gespannen stand kan worden'vastgezet.
Een slot 6kt 65 dient' voor het verbinden van de snij-einden van de tandriem en is tevens verankeringsstuk voor het verbinden 5 van het onderste part met de bouwgroep II. De verankeringsbout 33 strekt zich uit door het slot voor het meenemen van het part en de bescher-' mingsschaal 118 door een uitsparing 35, waarvan de.lengte overeenkomt met de maximale onderlinge beweging tussen de bouwgroepen I en II.
Zoals in het bijzonder is te zien in figuur 3, kan de 10 aandrijfas 127 van de potentiometersleper door klemmen worden gekoppeld aan de stuurschijf 125. Hierbij wordt de via een draaibare verbinding 57, 122f tegen draaien ten dpz'ichte van de bouwgroep I gegrendelde draaipotentiometer 120 vrij gedragen door de aandrijfas 127· Dit betekent, dat hij in het geval van een ongewenst slingeren van de holle as 125c 15 van de stuurschijf 125 eveneens in beperkte mate kan slingeren, waardoor de zeer gevoelige kogellagers van de aandrijfas 127 van zijn sleper, worden gespaard. De in de holle as 125c van de stuurschijf 125 en de binnenring 123b van een kogelleger 123 van de bouwgroep I axiaal reikende aandrijfas 127 is radiaal gespannen met de holle as 125c en de 20 binnenring 123b. Hierdoor ontstaat een eenvoudige, betrouwbare en gemakkelijk losmaakbare koppeling tussen de aandrijfas 127 en de holle as 125c van de stuurschijf, die tegelijkertijd met een spannen tussen deze ' holle as 125c en de 'binnenring 123b van het kogelleger 123 verder gaat .
Het kogelleger is in de centreerflens 12£a gespoten van een legerflens 25 122. De legerflens 122 is gecentreerd aan een vlakke wand, die deel uit maakt van de bodem van de beschermingsschaal 118. Hierbij strekt de centreerflens 122a zich uit door een uitsparing van de wand 18. De aandrijfas 127 is gespannen via de wigvormige spantongen 55a van een spantang 55 met tegenovergestelde, wigvormige spantongen 125d van de holle 3Q as 125c. Hierbij staat de spantang 55 onder de axiale trek van een in schroefdraadaangrijping daarmee staande coaxiale spanschijf 5^· Deze steunt axiaal tegen de stuurschijf 125. De draaipotentiometer 120 is aan de ene, de stuurschijf 125 aan de andere zijde van de wand aangebracht. De stuurschijf 125 strekt zich met zijn spantongen 125d uit 35 door de uitsparing van de wand. 18. Hierbij stemt de centreerflens 125a radiaal tegen de, de uitsparing begrenzende randen van de wand. De bij 8101875 ί 4 Λ * 5 het spannen tegen elkaar liggende kegelvlakken van de spantongen 55a en de spantongen 125d van de holle as 125c staan in dezelfde richting schuin ten opzichte van de draaihartlijn a-a van het stelsel. Het maatel-vlak van de cilindrische aandrijfas 127 verloopt coaxiaal ten opzichte 5 van de uitwendige cilindrische mantelvlakken van de spantongen 125d. De getande stuurschijf 125 heeft een zodanige diameter, dat de maximale onderlinge beweging tussen de twee houwgroepen II, I, een draaiing tot stand brengt van de stuurschijf over een hoek van minder dan 3βθ°. De spantang 55 staat met een axiaal over de stuurschijf 125 reikend 10 schroefdraadgedeelte 55b in schroefdraadaangrijping met een centrale schroefmof 5^-b van de spanschijf 5^·· Het huis van de draaipotentiometer 120 wordt met behulp van een in de holle spantang 55 naar binnen reikende aanslagpen 5^a van deze spanschijf 5^, op axiale afstand gehouden van de legerflens 122. De kegelvormige spanschijf 5^ ligt met een vlakke 15 steunrand 5^c aan tegen de getande omtreksring 25a van de stuurschijf 25· De omtreksring 25a vormt een zijdelingse leiring voor het buigzame element 28. Deze leiring is gelijk met de overeenkomstige leiring aan de andere zijde van de tandriem, die wordt gevormd door de flens van de stuurschijf 5U. De spanschijf 5^ heeft een radiaal 20 verlopende, veerkrachtige tong 5½ met een axiaal vanaf de tong zich uitstrekkend insteekorgaan 5^e. Het insteekorgaan grijpt aan achter radiale ribben 125e van de stuurschijf 125· Het insteekorgaan 5^e loopt uit in een in omtreksrichting van de spanschijf 5^ verlopend schuin glijvlak 5^g. Achter de radiale ribben 125e wordt aangegrepen door de 25 hogere kant van dit schuine glijvlak 5hg. De draaibare verbinding tussen de draaipotentiometer 120 en de bijbehorende bouwgroep I wordt gevormd door een vastzetgaffel 122e van de aan de bouwgroep bevestigde legerflens 122. De vastzetgaffel grijpt met tanden 122f over een radiale contactpen 57 van het cilindrische huis van de draaipotentiometer 30 120 aan weerszijden in de hartlijnrichting a-a. Hierdoor wordt een draai bare verbinding tussen de legerflens 122 en de draaipotentiometer 120 voor het tegen draaien grendelen van de draaipotentiometer verschaft.
Een zijdelingse uithouder 122c met ingevormde ogen 122d vormt met een brug 56 een trekontlasting voor de aansluitkabel 59 met zijn aders 58.
35 Voor een nauwkeurige overdraging van het draaimoment van de stuurschijf 125 op de aandrijfas 127 van de potentiometersleper 8101875 β is een betrouwbaar en volledig spelingvrij spannen van de spantongen 125d van de holle as 125c met de spantongen $Ja van belang gebleken.
Een dergelijk sterk werkzaam spannen van de in dezelfde richting schuin lopende kegelvlakken van de genoemde spantongen kan worden verzekerd, 5 doordat de axiale scheidingsvoegen 139 tussen de afzonderlijke spantongen 55a en de scheidingsvoegen 138 van de spantongen 125d van de holle . .as; 125ς- over een centreerhoek α van ongeveer U5° onderling verspringend zijn (figuur 9)· Deze verspringing kan door middel van markeringen 55c, 125f op de eindzijden van de spantongen 55a, 125d worden inge-10 steld.
Van belang is verder, dat de spantang 55 altijd onderhevig is aan dezelfde axiale trek, d.w.z. even sterk is gespannen. Deze eis wordt actueel wanneer de draaipotentiometer van de stuurschijf moet worden afgenomen en naderhand weer onder vervaardiging van de spankoppe-15 ling, moet worden opgezet. Voor de herhaalbaarheid van de spangraad van de spantang is een radiale richtnok 125f van de stuurschijf 125 behulpzaam. Bij het opnieuw instellen van de spankoppeling wordt de spanschijf 5k met zijn schroefmof 5^-b op de met de inwendige schroefdraad 5^h overeenkomende inwendige schroefdraad van de spantang 55 in het schroefdraad-20 gedeelte 55b gedraaid, dat dat de tong 5^d zich tijdens een laatste omdraaiing in een bepaalde ruimtelijke verhouding bevindt tot de markering 125f van de stuurschijf 125· In deze spanstand is de spanschijf 5b door het aangrijpen van het insteekorgaan 5^ e tussen de ribben 125e van de stuurschijf 125, vast gezet. Voor het losmaken van de spanschijf 25 moet de tong 5^d in de hartlijnrichting a-a worden uitgebogen, opdat het insteekorgaan 5^d over de radiale versterkingsribben 125e kan komen te glijden.
8101875
Claims (7)
1. Afstandsmeetinrichting voor het besturen van werkings-verlopen van een spuitgietmachine door het meten van de onderlinge beweging tussen functionele bouwgroepen met behulp van een de stuurimpul-sen leverende draaipotentiometer met een cirkel vormige, homogene weer- 5 staadslaag en een op de laag glijdende sleper, waarvan de aandrijfas kan worden gekoppeld en een getande stuurschijf, die in afhankelijkheid van de onderlinge beweging kan worden aangedreven door een daarin aangrijpend en aan de andere bouwgroep verankerd, buigzaam, op trek belast aandrijfelement, met het kenmerk, dat de via een draaibare verbin-10 ding (5T, 122f) tegen draaien ten opzichte van de bouwgroep (I of II) gegrendelde draaipotentiometer (120) vrij wordt gedragen door de aandrijfas (127).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaibare verbinding tussen de draaipotentiometer (120) en de bij- 15 behorende bouwgroep (I, II) wordt gevormd door een vastzetvork (122e) van een aan de bouwgroep bevestigde Iegerflens (122), welke vastezetvork met twee tanden (I22f) onder vorming van een draaibare verbinding in de hartlijnrichting (a-a) een radiale compactpen (57) omgrijpt van het cilindrische huis van de draaipotentiometer. 20 3· Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de legerflens (122) een zijdelingse uithouder (122c) heeft met ingevormde ogen (I22d), welke uithouder met een hrug (56) een trekontlasting vormt voor de aansluitkabel (59) van de draaipotentiometer (120). h. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat de aandrijfas van de draaipotentiometer (120) v£a wigvormige spantongen (55a) van een spantang (55) is gespannen met tegengestelde wigvormige spantongen (I25d) van de holle as (125c) van de stuurschijf (125), die onder de axiale trek van een daarmee in aangrij-ping staande coaxiale spanschijf (5*0 staat, die steunt tegen de stuur-30 schijf.
5· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de cilindrische aandrijfas (127) van de draaipotentiometer (120) en de aan de hartlijn evenwijdige binnenring (123b) 8101875 % van een kogelleger (123), kegelslakken van de spantongen (55a) van de spantang (55) en kegelvlakken van de spantongen (l25d) van de holle as (125c) tegen elkaar zijn gedrukt, welke kegelvlakken in dezelfde richting ten opzichte van de draaihartlijn (a-a) van de draaipotentiome-5 ter schuin staan.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, mét hét kenmerk, dat de spantang (55) met een over de stuurschijf (125) axiaal reikend schroefdraadgedeelte (55¾) in schroef aangrijping 'is met een centrale schroefmof (5¼¾) van de spanschi jf (5¼) s <üe met een vlakke 10 steunrand (5ta) aanligt tegen de getande omtreksring (125a) van de stuurschijf, die een zijdelingse leiring vormt voor het buigzame element (28), die overeenkomt met de overeenkomstige, door de flens (125¾) van de stuurschijf gevormde leiring.
7· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies , met 15 het kenmerk, dat het huis van de draaipotentiometer (120) met behulp van een in de spantang (55) naar binnen reikende aanslagpen (5¼a) van de spanschijf (5¼) op axiale afstand wordt gehouden van de legerflens (122) van de draaipotentiometer.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat de spanschijf (5¼) een radiaal verlopende, veerkrachtige tong (5¼d) heeft met een axiaal vanaf de tong zich uitstrekkend in-steekorgaan ^e) met schuine glijvlakken (5¼g), welk insteekorgaan ge-deeïtélijk achter radiale ribben (125e) van de stuurschijf (125) aangrijpt. 25 9· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de axiale scheidingsvoegen (139) tussen de afzonderlijke spantongen (55a) en de scheidingsvoegen (138) van de spantongen (I25d) van de holle as (125c) over een centreringshoek (a, fig. 9) onderling verspringend en door middel van markeringen (55c, 125f) in de juiste 30 onderlinge stand instelbaar zijn.
10. Inrichting volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat de spanstand van de spanschijf (5¼) aan de hand van een radiale richt-nok (I25f) van de stuurschijf (125) herhaalbaar is, waarbij de tong (5¼d) als markering dient. 8101875
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3014903A DE3014903C2 (de) | 1980-04-18 | 1980-04-18 | Vorrichtung zur wegabhängigen Steuerung von Funktionsabläufen einer Spritzgießmaschine |
DE3014903 | 1980-04-18 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8101875A true NL8101875A (nl) | 1981-11-16 |
Family
ID=6100354
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8101875A NL8101875A (nl) | 1980-04-18 | 1981-04-15 | Afstandsmeetinrichting. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4435991A (nl) |
JP (1) | JPS56162107A (nl) |
AT (1) | AT372647B (nl) |
CA (1) | CA1175118A (nl) |
DE (1) | DE3014903C2 (nl) |
FR (1) | FR2480670A1 (nl) |
GB (1) | GB2075198B (nl) |
IT (1) | IT1194782B (nl) |
NL (1) | NL8101875A (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3438550C1 (de) * | 1984-10-20 | 1986-05-07 | Dr. Johannes Heidenhain Gmbh, 8225 Traunreut | Positionsmeßeinrichtung |
FR2594190B1 (fr) * | 1986-02-07 | 1988-05-20 | Farnier & Penin | Dispositif d'accouplement d'un element mene et d'un element menant possedant des trajectoires de deplacement differentes |
US5081876A (en) * | 1987-09-03 | 1992-01-21 | Carrier Corporation | Slide valve position indicator and magnetic coupler |
DE4105702A1 (de) * | 1991-02-21 | 1992-09-03 | Mannesmann Ag | Linearer wegaufnehmer |
JPH072186U (ja) * | 1993-06-08 | 1995-01-13 | 株式会社豊和 | 自転車用荷籠 |
DE102016107396A1 (de) * | 2016-04-21 | 2017-10-26 | Festo Ag & Co. Kg | Schlitten zum Führen an einer Linearführungseinheit |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2834415B1 (de) * | 1978-08-05 | 1979-11-22 | Karl Hehl | Vorrichtung zur wegabhaengigen Steuerung von Funktionsablaeufen einer Spritzgiessmaschine |
-
1980
- 1980-04-18 DE DE3014903A patent/DE3014903C2/de not_active Expired
-
1981
- 1981-04-13 FR FR8107397A patent/FR2480670A1/fr active Granted
- 1981-04-13 JP JP5446481A patent/JPS56162107A/ja active Pending
- 1981-04-14 IT IT21134/81A patent/IT1194782B/it active
- 1981-04-15 NL NL8101875A patent/NL8101875A/nl not_active Application Discontinuation
- 1981-04-17 AT AT0177781A patent/AT372647B/de not_active IP Right Cessation
- 1981-04-20 US US06/255,730 patent/US4435991A/en not_active Expired - Fee Related
- 1981-04-21 GB GB8112366A patent/GB2075198B/en not_active Expired
- 1981-04-21 CA CA000375810A patent/CA1175118A/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2480670A1 (fr) | 1981-10-23 |
CA1175118A (en) | 1984-09-25 |
DE3014903C2 (de) | 1983-03-10 |
GB2075198B (en) | 1983-08-24 |
FR2480670B1 (nl) | 1985-01-11 |
IT1194782B (it) | 1988-09-28 |
ATA177781A (de) | 1983-03-15 |
AT372647B (de) | 1983-10-25 |
US4435991A (en) | 1984-03-13 |
GB2075198A (en) | 1981-11-11 |
DE3014903A1 (de) | 1981-10-29 |
IT8121134A0 (it) | 1981-04-14 |
JPS56162107A (en) | 1981-12-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8101875A (nl) | Afstandsmeetinrichting. | |
ITMI961734A1 (it) | Meccanismo di sovrapposizione di un comando di posizionamento per una sega circolare con slitta angolare composta | |
ITMI961733A1 (it) | Meccanismo attuatore del paralama inferiore per una sega circolare con slitta angolare composta | |
CN103161900B (zh) | 用于驱动力传送带的防跳齿机构 | |
SE421881B (sv) | Redskap for bearbetning av ror | |
FR3079595B1 (fr) | Dispositif d'ajustement de l'elevation d'une piece | |
EP2620242B1 (de) | Bearbeitungsvorrichtung für ein zahntechnisches Werkstück | |
US4953598A (en) | Wire tying tool for concrete reinforcing steel | |
FR2461580A1 (fr) | Groupe de fermeture de moule a dispositif de securite pour machine a mouler par injection | |
FR2513370A1 (fr) | Mecanisme hydraulique a piston de poussee, en particulier pour etre utilise comme verin de ripage et d'avancement dans des exploitations souterraines, comprenant des aimants permanents montes dans la tige du piston | |
NL7905998A (nl) | Inrichting voor het van de weg af onafhankelijk bestu- ren van de verrichtingen van een spuitgietmachine. | |
HU194762B (en) | Device for moving details | |
CN217631389U (zh) | 墙板调平器 | |
FR3085819B1 (fr) | Articulation de segments de bras de rampe de pulverisation | |
US6421919B2 (en) | Setting device | |
CN103264877A (zh) | 自行小车输送机滑撬锁紧装置 | |
FR3061315B1 (fr) | Dispositif d'entrainement | |
FI69263C (fi) | Anordning foer kontinuerlig centrering av en virkesbit | |
CA1145946A (en) | Wheelhead drive assembly for a cylindrical grinding machine | |
KR102333483B1 (ko) | 이송 속도 자동 조절형 철판 이송 장치 | |
FR2515219A1 (fr) | Dispositif d'amenee de ruban pour machines a coudre | |
CN1057605A (zh) | 圆料的夹紧装置 | |
KR0129408Y1 (ko) | 씨엔씨 선반의 수동형 심압대 이동용 연결장치 | |
US20170087652A1 (en) | Device for setting saw blades | |
KR910000614Y1 (ko) | 비구동 스푸울의 회전을 개시하는 장치 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |